Kapitalisme , de grondslag van de industrialisatie.


Industrialisatie van het verleden.

De industrie verdringt definitief de landbouw als voornaamste activiteit.  De loonslaven hebben zich inmiddels leren verengingen en hun acties krijgen eindelijk resultaat. Het algemeen meervoudig stemrecht en de eerste sociale wetten ontstaan. De levenstandaard stijgt drastisch, huisvesting en hygiëne worden beter. Dit is echter niet alleen het gevolg van de acties van de arbeiders , maar vooral van de enorme opbloei van het kapitalisme.

De kerk verliest haar greep op de ontkerstende arbeiders en de pendelarbeid brengt zelfs de nieuwe ideeën naar de dorpen. De katholieke onderneemt een poging om een deel van de arbeiders uit socialistische handen te houden.

De verzuiling is compleet 

DSC_1844-Edit-2

Kapitalisme , de grondslag van de industrialisatie.

Zonder twijfel was het kapitalisme de grondslag van de definitieve doorbraak van de industrialisatie . De nijverheid kreeg het overwicht op de landbouw, en binnen de industriële sector kreeg de machine fabricage de overhand op de ambachtelijke sector. Het ritme en de intensiteit waarmee die evolutie zijn beslag kreeg verschilde van streek tot streek.

DSC_2313-Edit-Edit

Wallonië het bolwerk van de Industrialisatie

Steenkooladers werden vooral aangetroffen in de provincie Henegouwen, in het westen de “ Borinage”  of “couchant de Mons” . Charleroi in het Oosten en tussen beide in “Le Centre “ Luik.

De metallurgie en koolindustrie vierde hoogtij. Mechanisatie was niet te stoppen en in 1842 waren er 317 stoommachines in gebruik in Wallonië . Een absolute toonbeeld van industriële vooruitgang . Vooral Seraing groeide uit zijn voegen, gelegen op een zeer smalle strook langsheen de rivier de Maas was bezaaid met hoge industriële schoorstenen . De uitlaatpijp van de metallurgie.

dsc_1475-edit-edit-1

Boortorens en terrils van steenkoolmijnen verschenen in het landschap. Deze industriële ontwikkeling werd verder aangewakkerd door de opmars van de spoorwegen. Jaarlijks kwamen er tientallen kilometers spoor bij, en het wagen en locomotief park werd jaarlijks met vele eenheden vergroot.

De metaalnijverheid en de steenkool productie draaiden op volle toeren. De fabrieksarbeider en mijnarbeider verdrongen stormenderhand de ambachtsman en landbouwer.

De productie bleef stijgen, rijke industriëlen zwermden met hun kapitaal en hun `knowhow` de wereld uit. Hoogstnodig want men zag de bui reeds hangen. Gaande weg stelde men vast dat de productie van de steenkool verzwakte en dat het ijzererts zo goed als uitgeput raakte.   De industrie werd afhankelijk voor de grondstoffenbevoorrading van het buitenland.

DSC_2285-Edit

Het beschikbaar worden van elektriciteit bracht nieuwe mogelijkheden en de chemische en de eremetaal industrie nam gestalte.

Een uitputtingsslag voor de arbeider

Het aantal werkuren lag hoog, het was niet ongewoon dat een arbeider uit de metaal sector s ‘morgens om 6 begon en de dag eindigde om 19.30Hr. Dagen van 12 werkuren en meer. De kompels in de koolmijnen werkten 10 tot 11 uur en de textiel arbeider 13 to 14 uur per dag.

Twaalf en meer uren per dag werkte de arbeider in ongezonde, tochtige gevaarlijke gebouwen, verpest door rook of allerlei uitwasemingen van teer en lood of chemische preparaten. Of hij werkte in de mijn. De mijn waar je eens beneden, nooit zeker bent ooit het daglicht terug te zien. Zoals de mijn van Marcasse in de Borinage.

 De mijn van Marcasse in de Borinage

Toen een van de oudste mijnen in de streek. Vele kompels vonden er de dood bij het afdalen door, mijngas en ontploffingen, het invallen van mijngangen . De mijnwerkers zijn er vermagerd en verbleekt door de koorts, zien er vermoeid en uitgemergeld uit , verweerd en vroegtijdig verouderd, de vrouwen vaal en verlept.

Rondom de mijn , armoedige mijnwerkerswoningen, met een paar dode bomen, zwart gerookt en grijs, afval en ashopen, bergen onbruikbare steenkool   enz.

DSC_2174-Edit-Edit

Verlaten mijngangen, uitgeput en achtergelaten. In de nog in gebruik zijnde mijngangen werken de kompels in cellen, anderen laden de kleine karren, die op rails als van een tram vervoerd worden. Kinderen duwen en laden de kleine karren. Jongens en meisjes, er wordt geen onderscheidt gemaakt. De zondag was de enige rustdag, dan kon het gewroet en labeur in de fabriek even worden vergeten. Maar veel tijd om te nietsen is er niet.

Voor al dit labeur verdiende de arbeider een hongerloon. Het laat hen nauwelijks toe het allernoodzakelijkste voedsel te kopen. Om het gezinsbudget aan te vullen moeten vrouw en kinderen mee de mijn in: evenveel uren in dezelfde miserabele omstandigheden en voor nog minder loon.

In 1869 werken er nog 3000 kinderen beneden de 12 jaar in de Belgische mijnen, pas vanaf 1886 daalt het aantal kinderen in de mijnen.

Een toenemend aantal arbeiders werkte in deze mastodont-bedrijven. Hun leven dat vroeger door de seizoenen werd geregeld, wordt nu door de machine bepaald. Bovendien was de vrijheid van de arbeider in sterke mate beknot door een aantal rechtsregels die de almacht binnen het bedrijf in de handen van de patroon legt.

_dsc9153-edit-edit

 Tijden zijn veranderd, spijtig genoeg is het equilibrium van Patroon en Werknemer nog steeds niet in balans door invloeden van vakbonden en zuilen.

Bedankt voor het lezen.